In januari 2022 schreven we drie brieven. Hieronder de mensen voor wie we schreven en hoeveel brieven er geschreven zijn.
Schrijfactie Iran: studenten opgepakt en gemarteld
De Iraanse veiligheidsdienst pakte studenten Ali Youseni (21) en Amir Hossein Moradi (22) in april 2020 op op verdenking van het hebben van banden met een oppositiegroep. Na hun arrestatie hielden agenten hen 60 dagen vast zonder contact met de buitenwereld. Ze werden geslagen en gedwongen te ‘bekennen’.
Valse beschuldigingen
Op 3 juli 2021 werden de studenten onder meer aangeklaagd voor ‘het verspreiden van corruptie op aarde’. Als ze hiervoor veroordeeld worden, kunnen ze de doodstraf krijgen. Ze werden ook valselijk beschuldigd van het in het bezit hebben van explosieven en werden ondervraagd over hun deelname aan vreedzame protesten in 2020.
Er zijn 19 brieven geschreven naar de Iraanse autoriteiten waarin opgeroepen werd om Ali Youseni en Amir Hossein Moradi onmiddelijk vrij te laten.
Schrijfactie: Mexico moet onderzoek doen naar marteling
José Eduardo Ravelo belde op 23 juli 2021 zijn moeder om te zeggen dat de politie hem twee dagen eerder had opgepakt. Hij vertelde haar dat agenten hem sloegen en seksueel mishandelden. De 23-jarige José overleed een paar dagen later aan inwendig letsel.
Geen gedegen onderzoek
Nadat José’s moeder het verhaal in augustus naar buiten bracht meldden autoriteiten dat José was opgepakt omdat hij onder invloed van drugs was. De openbaar aanklager liet eind oktober weten dat José niet door de politie is gemarteld. Maar het onderzoek is nog niet afgerond en de autoriteiten weigeren de internationale richtlijnen voor onderzoek naar marteling toe te passen.
Er zijn 18 brieven geschreven naar de autoriteiten in Mexico waarin opgeroepen werd een grondig onderzoek te doen naar de beschuldigingen van marteling, seksuele mishandeling en buitensporig politiegeweld tegen José Eduardo Ravelo.
Schrijfactie Bangladesh: tiener vast vanwege foto op Facebook
De 17-jarig
e Dipti Rani Das uit Bangladesh deelde op haar Facebook-pagina een foto van een vrouw met een Koran tussen haar benen. De politie pakte haar op en beschuldigde haar onder meer van het beledigen van religieuze gevoelens. Dipti, die tot de Hindu-minderheid in Bangladesh behoort, zit al een jaar vast. Ze kan een celstraf van 7 jaar krijgen.
Opgejaagd door woedende menigte
Op de dag van haar arrestatie, op 28 oktober 2020, ging Dipti naar het politiebureau. Ze bood ten overstaan van zo’n honderd geestelijken, die een aanklacht tegen haar indienden, haar excuses aan voor de foto. Toen later die dag haar huis werd aangevallen, probeerde ze met de trein te vluchten. Maar buurtbewoners stopten de trein, brachten haar naar de politie en eisten dat ze gestraft werd. Sindsdien zit Dipti vast.
Er zijn 19 brieven geschreven naar de autoriteiten van Bangladesh waarin opgeroepen werd om Dipti Rani Das onmiddelijk vrij te laten. Ze maakte alleen maar gebruik van haar recht op vrijheid van meningsuiting.
